In de praktijk kunnen ondernemingen die rechtspersoonlijkheid hebben (zoals een besloten vennootschap) alleen worden beëindigd als de onderneming eerst wordt ontbonden. Voor het ontbinden van een onderneming is er allereerst een formeel besluit nodig van het bevoegde orgaan binnen de onderneming. Dit besluit wordt bij een naamloze vennootschap of besloten vennootschap genomen door de algemene aandeelhoudersvergadering. Bij een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij neemt de ledenvergadering het besluit en bij een stichting doet het bestuur dat.
De ontbinding van een onderneming gaat vooraf aan de beëindiging van de onderneming. Een ontbonden onderneming houdt immers niet direct op te bestaan, omdat – normaal gesproken – allereerst met het vermogen van de onderneming de schulden moeten worden betaald. In de praktijk wordt deze financiële afhandeling de ‘vereffening’ genoemd. De onderneming blijft voortbestaan, totdat dit is afgerond.
In de praktijk komt het echter ook met regelmaat voor dat er geen baten (vermogen) meer aanwezig zijn in een onderneming. In dit geval kan de ontbinding ook op een snellere manier plaatsvinden, wat in de praktijk de ‘turboliquidatie’ wordt genoemd. Bij een turboliquidatie is er geen wettelijke vereffening (aangezien er geen baten meer zijn om te verdelen) en heeft de onderneming alleen een besluit nodig voor de beëindiging. Door dit besluit houdt de rechtspersoon direct op te bestaan. De ontbinding moet nog wel worden gemeld bij de Kamer van Koophandel.
In de praktijk komt het weleens voor dat een onderneming zichzelf ontbindt door middel van een turboliquidatie, terwijl er wél nog baten aanwezig zijn. Op deze manier worden de schuldeisers feitelijk benadeeld, omdat er geen vereffening heeft plaatsgevonden. Vaak zorgde dit voor een lastige positie voor de schuldeisers, aangezien zij moesten bewijzen dat er nog baten aanwezig waren in de onderneming. Dit was vaak problematisch omdat de schuldeisers geen inzicht hadden op de mogelijke baten in de onderneming.
Als schuldeiser heb je grofweg drie verschillende opties tot je beschikking om toch je vordering te innen indien de onderneming is ge-turboliquideerd:
i.je kunt een verzoek indienen voor het (her)openen van de vereffening;
ii. een faillissementsaanvraag indienen;
iii. het bestuur aansprakelijk stellen.
(Her)opening vereffening
Zoals hiervoor besproken is het uitgangspunt bij een ‘turboliquidatie’ dat er geen baten meer aanwezig zijn in de onderneming. In dit geval hoeft er geen vereffening plaats te vinden, omdat er ook niks is om te verdelen. Mocht een schuldeiser echter vermoeden dat er nog wel baten zijn om te verdelen, dan kan hij de rechtbank verzoeken om de vereffening te heropenen op grond van artikel 2:23c BW. De Schuldeiser moet dan wel kunnen bewijzen dat er nog baten zijn.
Mocht de rechtbank het verzoek van de schuldeiser honoreren, dan kan zij de vereffening heropenen en zelf een vereffenaar benoemen. In dit geval volgt er alsnog (achteraf) een financiële afhandeling.
Faillissementsaanvraag
Een andere optie is om achteraf nog het faillissement aan te vragen van de onderneming. Vaak wordt deze weg gekozen, als verwacht wordt dat de schulden hoger zijn dan de baten in de onderneming.
Als de rechtbank van oordeel is dat er een faillissementssituatie is, dan kan zij de onderneming alsnog failliet verklaren. In dit geval wordt er een curator aangesteld die onderzoek zal doen naar de toedracht van het faillissement en eventuele misstanden, alsmede de onderneming zoveel mogelijk liquideren. Uiteraard moeten ook in dit geval er nog baten aanwezig zijn in de onderneming.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Als laatste optie kunnen schuldeisers de bestuurder(s) in privé aansprakelijk stellen. In beginsel is alleen de onderneming zelf aansprakelijk jegens de schuldeisers, tenzij de bestuurder(s) persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. De schuldeiser zal in een procedure echter wel het nodige moeten doen om het persoonlijk en ernstig verwijtbaar handelen van de bestuurder(s) aan te tonen.
In de praktijk waren er dus grofweg drie mogelijkheden om alsnog vordering(en) te innen bij ondernemingen die middels een turboliquidatie waren ontbonden. Het probleem was echter altijd dat het voor de schuldeiser moeilijk was om haar stellingen te bewijzen. Als schuldeiser heb je immers niet zomaar toegang tot de administratie van de onderneming, waardoor het ook heel lastig is om te beoordelen of de ‘vereffening’ ten onrechte achterwege is gebleven. Een nieuwe (tijdelijke) wet probeert de positie van de schuldeiser in deze situatie te verbeteren.
Invoering nieuwe wetgeving: Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie
Deze nieuwe wet (Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie) is op 15 november 2023 ingetreden. Deze wetgeving is bedoeld om meer transparantie te bieden aan schuldeisers als een onderneming wordt ge-turboliquideerd. Voorheen was het mogelijk voor ondernemingen om zonder aankondiging of verantwoording hun activiteiten te beëindigen, waardoor schuldeisers vaak achterbleven met onbetaalde schulden. Deze wet heeft tot doel om de belangen van schuldeisers te beschermen en hen meer mogelijkheden te bieden om hun vorderingen te innen.
Zo moet het (voormalig) bestuur van de rechtspersoon binnen 14 dagen na de ontbinding (o.a.) een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin is ontbonden (en eventueel het voorafgaande boekjaar) deponeren bij Kamer van Koophandel krachtens artikel 2:19b BW. Doet zij dat niet, dan kunnen schuldeisers zich beroepen op hun inzagerecht ex artikel 2:24 lid 4 BW. Daarbij voorziet de wet in een herziene regeling voor een bestuursverbod dat kan worden opgelegd (op voordracht door het openbaar ministerie) aan bestuurders die de regels omtrent de ‘vereffening’ overtreden ex artikel 2:19c BW. Het niet naleven van de deponeringsverplichtingen is daarbij ook nog eens strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.
Met deze wetgeving zal het bestuur verplicht worden om de ontbindingsprocedure zorgvuldiger te doorlopen. Schuldeisers krijgen hiermee (hopelijk) beter inzicht in de situatie en kunnen nauwkeuriger bepalen of het zinvol is om actie te ondernemen en zo ja, op welke wijze, althans dat is het doel van de tijdelijke wet.
Wilt u hulp bij een turboliquidatie, bent u schuldeiser en heeft u vragen omtrent turboliquidatie of heeft u andere vragen? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met Lamers Tielemans Advocaten. Stuur hiervoor een e-mail naar info@lamerstielemans.nl of bel met 040 – 21 80 515.
Wij helpen u graag.