Scheiden, het blijft moeilijk. Nog moeilijker indien de verdeling van het ouderlijk gezag ook een grote rol speelt. Dit blijkt ook uit een recente zaak uitgesproken door de rechter op 18 augustus 2020.
In deze kwestie speelde het navolgende. De moeder heeft de volledige zorg gedragen voor de kinderen en de vader was tijdens het huwelijk al veel van huis. Na de echtscheiding besluit de vader om naar het buitenland te verhuizen en verdwijnt daarmee volledig uit het leven van de kinderen, waardoor de dagelijkse opvoeding van de kinderen volledig bij de moeder komt te liggen. De vader stelt wel betrokken te willen blijven bij zijn kinderen om hen met de goede bedoelingen te ‘adviseren’ gedurende hun weg naar volwassenheid. Is er op deze wijze sprake van het gezamenlijk uitoefenen van ouderlijk gezag?
Er is sprake van ouderlijk gezag indien de ouders, zowel de vader als de moeder, aangemerkt kunnen worden als ouder naar verluidt van de artikelen 1:198 en 1:199 van Burgerlijk Wetboek. Er is sprake van gezamenlijk gezag zolang de ouders samen een huwelijk hebben. Na het huwelijk werkt dit gezamenlijk gezag van rechtswege door op grond van artikel 1:251 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
Het uitgangspunt is dat de ouders gezamenlijk het gezag blijven uitoefenen. Conform de wet kan er dus worden gesteld dat er wel degelijk sprake is van gezamenlijk gezag. De praktijk wijst echter uit dat de vader niet meer actief is betrokken bij de opvoeding van de kinderen en hij zich niet heeft verdiept in alle facetten van het leven van de kinderen. Hierdoor is hij volgens de rechtbank niet in staat om goede beslissingen te nemen voor de kinderen. Daarbij geeft de vader aan dat hij wel degelijk van zijn kinderen houdt en alleen maar goede bedoelingen heeft. Echter zijn deze ‘goede bedoelingen’ volgens de rechtbank niet voldoende om te kunnen spreken van het uitoefenen van gezamenlijk ouderlijk gezag. Het is immers onder de gegeven omstandigheden in het belang van de kinderen noodzakelijk dat de moeder alleen belast is met het gezag over hen, zodat de noodzakelijke beslissingen genomen kunnen worden door een ouder die haar kinderen kent en de belangen van de kinderen kan afwegen. De rechtbank kent aan de vrouw dan ook het eenhoofdig ouderlijk gezag toe.
Kortom, het belang van het kind staat voorop en het ouderlijk gezag dient te worden uitgeoefend door ouders die zijn/haar kind kennen en niet te ver van het leven van de kinderen afstaan om hen belangen goed te kunnen afwegen.
Voor alle vragen omtrent het aanvragen of wijzigen van ouderlijk gezag kunt u contact opnemen met de advocaten van Lamers Tielemans Advocaten in Eindhoven door een e-mail te versturen naar rob@lamerstielemans.nl of te bellen met 040 21 80 515.