Op 24 januari 2023 hebben de Nationale ombudsman en Kinderombudsman (hierna tezamen te noemen: ‘Ombudsmannen’) een rapport uitgebracht naar aanleiding van een gezamenlijk onderzoek naar huisuitzettingen van gezinnen. In het rapport concluderen de Ombudsmannen dat gezinnen die uit hun huis worden gezet, vanwege bijvoorbeeld een huurachterstand, overlast of (drugs)criminaliteit, veelal aan hun lot worden overgelaten. De Ombudsmannen adviseren de overheid dan ook om maatregelen te nemen.
De constateringen uit het rapport
De Ombudsmannen overwegen dat het recht op een behoorlijke huisvestiging een fundamenteel mensenrecht is. Niettemin kan het zo zijn dat gezinnen uiteindelijk uit hun huis worden gezet vanwege een huurachterstand, overlast of (drugs)criminaliteit. Als dit dan gebeurt, moet er wel worden voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit mensen- en kinderrechten. Zo overwegen de Ombudsmannen dat het in strijd is met deze rechten, als gezinnen uit huis worden gezet en er ook geen zicht is op alternatieve huisvesting. Daarbij moet er ook rekening worden gehouden met het welzijn en de ontwikkeling van kinderen tijdens dit proces.
De Ombudsmannen overwegen daarbij dat mensen die dakloos dreigen te raken vaak zelf verantwoordelijk worden geacht om nieuwe huisvesting te vinden. Als er al hulp komt van de gemeenten, wat niet vanzelfsprekend is, belanden gezinnen vaak langdurig in allerlei tijdelijke woonoplossingen. Hierdoor ervaren gezinnen enorm veel stress en zijn zij feitelijk dakloos. De Ombudsmannen concluderen dat de overheid zich dit onvoldoende realiseert en daarbij niet aan haar zorgplicht voldoet.
De Ombudsmannen concluderen daarbij ook dat de rechten en verplichtingen uit de internationale verdragen onvoldoende verankerd zijn in regelgeving en beleid. Er is veel afhankelijk van lokale kennis, keuzes in beleid en de inzet van individuele gemeenteambtenaren en hulpverleners of er hulp wordt geboden. De Ombudsmannen overwegen dat dit leidt tot willekeur en ongelijkheid. De Kinderombudsman concludeert ook dat kinderen bij huisuitzettingen veelal onzichtbaar zijn.
Advies van de Ombudsmannen
De Ombudsmannen overwegen dat er desondanks wel stappen in de goede richting zijn gezet. Zo wordt de afgelopen jaren ingezet op vroegsignalering van betaalachterstanden, waardoor huisuitzettingen kunnen worden voorkomen. De Ombudsmannen vinden het wel zorgelijk dat er door de rechter incidenteel nog wel wordt geoordeeld dat een ontbinding van de huurovereenkomst is gerechtvaardigd, ondanks dat er geen vroegsignalering heeft plaatsgevonden.
De Ombudsmannen geven echter aan dat de vroegsignalering slechts ‘een deel van de puzzel is’. Er moet op basis van mensen- en kinderrechten nieuw beleid en wetgeving komen waarbij de impact van de sociale grondrechten centraal staat. Dit zal volgens de Ombudsmannen onder andere moeten leiden tot de verplichting van gemeenten om zorg te dragen voor behoorlijke alternatieve huisvestiging en tot beleid van gemeenten en woningbouwcorporatie dat voorschrijft hoe gezinnen – waaronder de kinderen – zo goed mogelijk worden betrokken en geïnformeerd bij een huisuitzetting.
Relevantie voor de praktijk
De Ombudsmannen constateren in het rapport belangrijke tekortkomingen in de zorgplicht van de overheid. In de praktijk van Lamers Tielemans Advocaten zien we maar al te vaak dat een huisuitzetting feitelijk ook als gevolg heeft dat gezinnen dakloos raken. Na een huisuitzetting kunnen gezinnen vaak niet – zomaar – in aanmerking komen voor een nieuwe woning, omdat zij mogelijk worden geweerd op basis van het beleid van woningbouwcorporaties of omdat zij geen verhuurdersverklaring kunnen overleggen bij een nieuwe verhuurder.
Vaak is het ook willekeurig of de gemeenten in zo een situatie begeleiding bieden en worden de belangen van kinderen soms ook nog onvoldoende meegewogen, al lijkt hier een kentering in de rechtspraak in te komen (vergelijk: ECLI:NL:RBOBR:2022:1827 & ECLI:NL:RBAMS:2022:2668).
Los van het feit dat er legitieme redenen kunnen zijn om als ultimum remedium tot een huisuitzetting te komen, borgt het huidige systeem onvoldoende de sociale verplichtingen die uit internationale verdragen voortvloeien. Maar al te vaak wordt er tekortgeschoten in de begeleiding en bijstand van gezinnen die dakloos (dreigen te) raken. Het is goed om te bezien dat hier met de kort geleden geïntroduceerd vroegsignalering en dit advies van de Ombudsmannen wellicht verandering in komt.
Het volledige rapport van de Ombudsmannen is te vinden op de website de Nationale Ombudsman.
Heeft u nog vragen over dit artikel? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met Lamers Tielemans Advocaten. Stuur hiervoor een e-mail naar info@lamerstielemans.nl of bel met 040 – 21 80 515.