Vanaf 1 augustus 2022 is er een bepaling opgenomen in ons Burgerlijk Wetboek dat ziet op het nevenwerkzaamhedenbeding, te weten artikel 7:653a. Ingevolge deze bepaling is een verbod op het beperken van nevenwerkzaamheden nietig, tenzij er een objectieve reden voor is. In de praktijk krijgen wij met regelmaat vragen van werkgevers of zij hun werknemer(s) mogen houden aan het nevenwerkzaamhedenbeding.
In dit artikel wordt dit nog een keer kort uitgelegd.
Wat is een nevenwerkzaamhedenbeding?
Een nevenwerkzaamhedenbeding is een afspraak in een arbeidsovereenkomst, cao, personeelshandboek of eventuele gedragscode die het verrichten van arbeid voor anderen, buiten de tijdstippen waarop de werknemer arbeid verricht bij zijn werkgever, beperkt. Denk hierbij aan bijvoorbeeld een parttime baan bij een andere werkgever of vrijwilligerswerk. Onder werkzaamheden ‘voor anderen’ valt in beginsel ook werkzaamheden die de werknemer als zelfstandige uitvoert.
Wat zegt het Burgerlijk Wetboek over een nevenwerkzaamhedenbeding?
Zoals eerder genoemd is er vanaf 1 augustus 2022 een nieuw artikel in ons Burgerlijk Wetboek ingevoerd (artikel 7:653a BW), hetgeen artikel 9 van Richtlijn 2019/1152 implementeert. Het artikel is geen absoluut verbod op nevenwerkzaamhedenbedingen. Wel is het verboden om een nevenwerkzaamhedenbeding overeen te komen, tenzij dit beding kan worden gerechtvaardigd op grond van een objectieve reden. Kortom, een nevenwerkzaamhedenbeding mag niet, tenzij er een objectieve reden is.
Wat zijn objectieve redenen?
Artikel 7:653a van het Burgerlijk Wetboek heeft zelf geen lijst van objectieve redenen. In de richtlijn is evenwel opgenomen dat er onder andere kan worden gedacht aan de volgende redenen:
- de gezondheid en veiligheid;
- de bescherming van de vertrouwelijkheid van bedrijfsinformatie;
- de integriteit van overheidsdiensten;
- het vermijden van belangenconflicten.
Deze lijst betreft niet een limitatieve opsomming. De objectieve reden kan ook zijn gelegen in andere belangen van de werkgever, bijvoorbeeld het voorkomen van strijdigheid met de Arbeidstijdenwet.
De kantonrechter moet toetsen of het verbieden van de nevenwerkzaamheden doelmatig (passend en geschikt) en noodzakelijk (proportioneel) is om het zwaarwegend belang van de werkgever te beschermen. Ook de belangen van de werknemer wegen daarin mee. Een kantonrechter zal moeten beoordelen of het belang van de werkgever dusdanig is dat het belang van de werknemer om elders te kunnen werken daarvoor moet wijken.
Daarbij hoeft in het nevenwerkzaamhedenbeding de objectieve reden niet zelf te bevatten. De werkgever mag de rechtvaardiging ook pas geven op het moment dat hij zich op het beding wil beroepen. Onder omstandigheden kan de rechtvaardiging door tijdsverloop ook wijzigen.
Indien het nevenwerkzaamhedenbeding geen objectieve rechtvaardiging heeft, is het beding nietig. Dit wil zeggen dat het beding geacht wordt nooit te hebben bestaan. Werknemers zijn er dan niet aan gebonden.
Relevantie voor de praktijk
Uit het voorgaande kan worden opgemaakt dat er mogelijkheden zijn om een nevenwerkzaamhedenbeding op te nemen in onder andere de arbeidsovereenkomst om daarmee bepaalde bedrijfsbelangen van de werkgever te beschermen.
Wel moet er een objectieve rechtvaardiging zijn op het moment van inroepen van het beding. Is die er niet, dan kunnen werknemers niet worden gehouden aan het nevenwerkzaamhedenbeding.
Als de werknemer in strijd handelt met het nevenwerkzaamhedenbeding, dan is de werkgever aan zet om de werknemer hiermee te confronteren, opheldering te vragen en eventueel alsnog afspraken te maken over de werkzaamheden. Werkt de werknemer hier onvoldoende aan mee, of gaat het om een grove schending, dan kan dit (ernstig) verwijtbaar handelen opleveren aan de zijde van de werknemer. Dit kan een reden zijn om het dienstverband te beëindigen, al dan niet middels ontslag op staande voet.
Heeft u nog vragen over dit artikel? Of wenst u hulp bij opstellen/inroepen van het nevenwerkzaamhedenbeding? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met de advocaten van Lamers Tielemans Advocaten. Stuur hiervoor een e-mail naar info@lamerstielemans.nl of bel met 040 – 21 80 515. Wij helpen u graag.