Gezaghebbende ouders dienen toestemming te geven voor de aanvraag van een identiteitskaart of paspoort van een minderjarig kind. In het geval dat niet beide ouders hiervoor toestemming geven, kan er vervangende toestemming worden gevraagd bij de rechtbank.
Uitspraak door de rechter
In een uitspraak van de rechtbank Noord-Holland heeft de rechter vervangende toestemming verleend voor de aanvraag van een identiteitskaart of paspoort van een minderjarig kind, ECLI:NL:RBNHO:2022:633.
De ouders waren gezamenlijk belast met het gezag over de minderjarige. De minderjarige had haar hoofdverblijfplaats bij de moeder. Het verzoek van de moeder strekte tot het verlenen van vervangende toestemming ten behoeve van het aanvragen van een identiteitskaart op grond van artikel 34 lid 1 van de Paspoortwet.
Op grond van deze wet kan, indien een van de gezaghebbende ouders weigert toestemming te verlenen voor de aanvraag van een identiteitskaart of paspoort, deze toestemming worden vervangen door toestemming van de rechter. De rechter neemt een beslissing in het belang van het kind. Hierbij moet het voldoende aannemelijk zijn dat het voor de moeder niet mogelijk is om toestemming van de gezaghebbende ouder te verkrijgen. Dat was hier het geval, omdat de vader onbereikbaar was.
Wettelijke vereisten
Indien er geschillen ontstaan omtrent de gezamenlijke gezagsuitoefening kunnen deze op verzoek van de ouders of van een van hen voorgelegd worden aan de rechtbank o.g.v. artikel 1:253a BW. In dit geval kan er dus vervangende toestemming worden gevraagd aan de rechtbank voor het aanvragen van een identiteitsbewijs of paspoort.
Heeft u vragen over de gezamenlijke gezagsuitoefening met uw (ex)-partner? Neem dan vrijblijvend contact op met Lamers Tielemans Advocaten. Stuur een e-mail naar rob@lamerstielemans.nl of bel naar 040 218 05 15.