Met het afsluiten van een uitvaartverzekering gaat u er waarschijnlijk vanuit dat daarmee de volledige kosten van uw uitvaart vergoed zullen worden. In de praktijk blijkt dit echter niet altijd het geval te zijn. Hierover leest u meer in dit artikel.
Inleiding
In het verleden zijn door verschillende verzekeringsmaatschappijen uitvaartverzekeringen aangeboden met een verzekerd kapitaal. Lamers Tielemans Advocaten constateert enkele merkwaardigheden binnen deze vorm van verzekeringen.
Merkwaardigheden
Allereerst kan de verzekeringspolis de indruk wekken dat de verzekering bij overlijden de kosten van de uitvaart zal dekken door dit al dan niet expliciet te vermelden. Tegelijkertijd kan een bepaling zijn opgenomen dat sprake is van een verzekerd kapitaal. Dit is tegenstrijdig aan het kostendekkend zijn van de verzekering.
Indien en voor zover het verzekerde kapitaal bij overlijden (waarschijnlijk) onder het bedrag van de werkelijke kosten van de uitvaart zal liggen, is het de vraag welke bepaling uit de verzekeringspolis prevaleert. Is het uitgangspunt dat slechts het verzekerde kapitaal wordt uitgekeerd, of dient de verzekering de (volledige) kosten van de uitvaart te dekken? In dit geval staat de bedoeling van de verzekering haaks op de bedoeling van de verzekerde(n).
Voorts wordt in veel polissen (expliciet) bepaald, dat het verzekerde kapitaal jaarlijks wordt “verhoogd”, zonder dat enig voorbehoud wordt gemaakt. Kan een vervolgens opgenomen wijze van berekening van de “verhoging” er dan toe leiden dat het verzekerde kapitaal stagneert, of dient de verzekering jaarlijks ongeacht enige externe factor te worden verhoogd?
Daarnaast kan in dergelijke verzekeringspolissen onduidelijkheid bestaan over de wijze van berekening van de verhoging van het verzekerde kapitaal. Veeleer wordt deze verhoging afhankelijk gesteld van de overrente die de maatschappij in het afgelopen jaar over een of al haar beleggingen heeft behaald, minus een bepaald percentage. De overrente betreft het verschil tussen het rendement dat de maatschappij in dat jaar heeft behaald en de rekenrente.
Indien de rekenrente niet uitdrukkelijk in de verzekeringspolis is bepaald, zal natuurlijk een discussie tussen de verzekeraar en de verzekerde ontstaan, waarbij de verzekeraar baat heeft bij een zo hoog mogelijke rekenrente, terwijl de verzekerde belang heeft bij een zo laag mogelijke rekenrente. In dat geval is het de vraag op welk percentage de rekenrente vastgesteld dient te worden.
Kortom, veel onduidelijkheid over de daadwerkelijke bedoeling van partijen, met mogelijk grote gevolgen voor het bedrag dat uiteindelijk voor de uitvaart wordt uitgekeerd.
Ons standpunt
Lamers Tielemans Advocaten is van mening, dat in geval van onduidelijkheid over de bedoeling van partijen bij een verzekeringsovereenkomst – waarbij geen onderhandeling heeft plaatsgevonden waaruit de bedoeling van partijen is te destilleren –, de voor de verzekeraar minst gunstige uitleg van de overeenkomst als uitgangspunt heeft te gelden. Zulks is in overeenstemming met het beginsel van contra proferentem.
Indien u een uitvaartverzekering hebt die voldoet aan enkele van de hiervoor genoemde merkwaardigheden, bestaat de mogelijkheid om een procedure te starten bij het KiFiD. Het KiFiD kan dan een bindend advies geven in uw zaak. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een procedure bij de rechtbank te beginnen.
Hebt u ook een dergelijke uitvaartverzekering waarbij onduidelijk is wat nu precies is verzekerd? Neem dan contact op met ons kantoor voor een vrijblijvend intakegesprek. Vraag hiervoor naar de heer Jasper Hovener LLB.