Nederland is samen met Duitsland een vreemde eend in de bijt wat betreft de mogelijkheid om tot vergoeding van affectieschade over te kunnen gaan. Dit zijn namelijk twee van de weinige landen waar momenteel niet de mogelijkheid bestaat om immateriële schade van nabestaanden en naasten te vergoeden. Dat dit een onwenselijke situatie is blijkt uit het feit dat toewijzing van deze vorm van schadevergoeding bijdraagt aan de genoegdoening van genoemde partijen en de erkenning van het leed dat hen is aangedaan. Op 16 juli 2015 heeft minister Van der Steur (minister van Veiligheid en Justitie) daarom het wetsvoorstel vergoeding van affectieschade naar de Tweede Kamer verzonden.[1] Het voorstel schept een mogelijkheid om vergoedingen te verkrijgen voor nabestaanden en naasten van slachtoffers die ernstig en blijvend letsel hebben opgelopen ten gevolge van een gebeurtenis waarvoor een ander aansprakelijk kan worden gesteld. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een verkeersongeluk, een bedrijfsongeval of een medische fout.
Op grond van de huidige bepalingen kan enkel het slachtoffer zelf overgaan tot het vorderen van een schadevergoeding voor geleden immateriële schade. Het slachtoffer kan zich hierbij beroepen op artikel 6:106 Burgerlijk Wetboek. De enige mogelijkheid die bestaat voor nabestaanden en naasten is een vergoeding voor verplaatste schade op grond van artikel 6:107 Burgerlijk Wetboek of vergoeding op grond van artikel 6:108 Burgerlijk Wetboek voor bepaalde kosten die verband houden met het overlijden van het slachtoffer.
In het ingediende wetsvoorstel wordt gesproken over een vaste kring van gerechtigden die aanspraak kunnen maken op vooraf vastgestelde bedragen. Zo wordt de kring van personen in het voorstel (limitatief) uitgebreid tot onder meer de echtgenoot/geregistreerde partner van het slachtoffer of de kinderen/ouders van het slachtoffer (zie hiervoor het aangepaste artikel 6:107 Burgerlijk Wetboek van het voorstel). De vaste bedragen staan vermeld in artikel 6:107 lid 1 Burgerlijk Wetboek en artikel 6:108 lid 3 Burgerlijk Wetboek van het voorstel. Door vaste (manieren van berekenen van) bedragen te gebruiken hoopt Van der Steur een einde te maken aan de stroom van procedures en discussies die bestaat over de vergoeding van affectieschade wat negatieve gevolgen met zich meebrengt voor de verwerking van het leed van nabestaanden en slachtoffers.
Mocht u geïnteresseerd zijn in de procedure die samenhangt met de implementatie van het wetsvoorstel of wilt u, indien het wetsvoorstel is goedgekeurd, een procedure starten om immateriële schade vergoed te krijgen? Neem dan contact op met een van de advocaten van Lamers Tielemans Advocaten door een mail te sturen naar max@lamerstielemans.nl of te bellen met 0499 748 000.
[1] Kamerstukken II 2014/2015, 34 257