Op 14 april 2021 heeft een van de hoogste bestuursrechters in Nederland: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: ‘de Afdeling’) een belangrijke uitspraak gewezen, die de toegang tot de bestuursrechter in zaken in het omgevingsrecht vergroot.
De uitspraak is gewezen naar aanleiding van het ‘Varkens-in-Nood-arrest’ van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 14 januari 2021, waarin het Hof oordeelde dat artikel 6:13 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: ‘Awb’), in strijd is met het Verdrag van Aarhus, doordat het recht om naar de rechter te gaan (beroep) in milieuzaken afhankelijk wordt gesteld van de deelname door burgers aan de eerdere voorprocedure (de uniforme openbare voorbereidingsprocedure).
De reguliere procedure en uniforme openbare voorbereidingsprocedure
Voor activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving (zoals: bouwen, het in werking hebben van een inrichting, of het in strijd handelen met het bestemmingsplan) zal veelal een omgevingsvergunning vereist zijn.
De hoofdregel is, dat voor de behandeling van een aanvraag de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. Voor de reguliere voorbereidingsprocedure geldt hoofdstuk 4 van de Awb. De beslistermijn van het bevoegd gezag voor de reguliere procedure betreft 8 weken. Indien het bevoegd gezag een beslissing op de aanvraag neemt, waar de belanghebbende zich niet mee kan verenigen, is bezwaar en beroep mogelijk.
Voor de aanvragen die veelal grotere ruimtelijke effecten op de omgeving kunnen hebben wordt door de wetgever in sommige gevallen de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing verklaard (conform afdeling 3.4 van de Awb). Maar ook voor het voorbereiden van een bestemmingsplan door de gemeenteraad is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van toepassing.
In de uniforme openbare voorbereidingsprocedure wordt door het bevoegd gezag een ontwerpbesluit ter inzage gelegd waarover zienswijzen mogen worden ingediend. Nadat het bevoegd gezag het besluit neemt, staat er nog beroep open bij de bestuursrechter.
Voorheen was het vereist dat de belanghebbende die in beroep wenst te gaan eerst een zienswijze moest hebben ingediend in de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Indien men geen zienswijze had ingediend, kon men niet in beroep bij de bestuursrechter tegen een besluit (zoals: een bestemmingsplan) dat is voorbereid met de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Dit volgt uit artikel 6:13 van de Awb, hetgeen in deze context kortweg neerkomt op ‘zienswijze alvorens beroep’.
De uitspraak van de Afdeling
In de uitspraak van de Afdeling wordt overwogen dat uit de ‘Varkens-in-Nood-arrest’ van het Hof van Justitie blijkt, dat artikel 6:13 van de Awb in besluiten omtrent milieuaangelegenheden in strijd is met het Verdrag van Aarhus.
De Afdeling merkt op dat artikel 6:13 van de Awb daarom aanpassing behoeft van de wetgever. Daarbij geeft de Afdeling ook aan dat, zolang de Awb niet is gewijzigd, er moet worden voorzien in een oplossing voor de rechtspraktijk. In dit kader wordt door de Afdeling overwogen dat het in de praktijk niet makkelijk zal zijn om op voorhand te bepalen of er sprake is van een besluit, zoals bedoeld in het Verdrag van Aarhus. In de praktijk verwacht de Afdeling dat hierdoor een onwerkbare situatie ontstaan, omdat de vraag of een besluit een besluit is zoals bedoeld in het Verdrag van Aarhus een inhoudelijke en soms zeer gecompliceerde beoordeling betreft.
In afwachting van een oplossing door de wetgever kiest de Afdeling er daarom voor om, uit het oogpunt van rechtsbescherming, een ruimhartige uitleg van het Verdrag van Aarhus te hanteren. Daarom zal, in alle gevallen waarin in omgevingsrechtelijke zaken de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure is toegepast, artikel 6:13 van de Awb niet worden tegengeworpen aan belanghebbende. Met andere woorden: ook zonder zienswijze kunnen belanghebbenden in beroep bij de bestuursrechter.
Afsluitend
De uitspraak van de Afdeling is relevant voor de rechtspraktijk, omdat het niet indienen van een zienswijze in een uniforme openbare voorbereidingsprocedure niet meer zal worden tegengeworpen aan een belanghebbende. Bovendien kan de belanghebbende in beroep dus ook opkomen tegen onderdelen van het besluit waarover degene niet eerder een zienswijze heeft ingediend. Door de uitspraak van de Afdeling ontstaat er daarom – voorlopig – een ruimere toegang tot de bestuursrechter in omgevingsrechtzaken.
Wordt u artikel 6:13 van de Awb tegengeworpen, en heeft u hierover nog vragen, neemt u dan vrijblijvend contact op Lamers Tielemans Advocaten. Stuur hiervoor een e-mail naar Info@lamerstielemans.nl of bel met 040 – 21 80 515.