Op 4 maart 2016 (ECLI:NL:RBAMS:2016:1555) heeft de kantonrechter van de rechtbank in Amsterdam uitspraak gedaan over een geschil tussen een student en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). De student eist duizenden euro’s schadevergoeding vanwege een vermeende fout van de HvA.
Volgens de HvA zou de student onvoldoende studiepunten hebben behaald, met als gevolg dat hij een negatief studieadvies kreeg en niet kon starten met het daaropvolgend studiejaar. Later blijkt dit onjuist te zijn. De student heeft weldegelijk voldoende studiepunten behaald om zijn studie voort te kunnen zetten. De fout is daarom ook door de school gecorrigeerd.
Ondanks de correctie, loopt de student alsnog een half jaar studievertraging op. De student liet het er niet bij zitten en heeft eerst bij HvA verzocht om vergoeding van zijn schade en later bij de rechter met als argument dat hij door toedoen van de school nu uiteindelijk een half jaar later zal toetreden tot de arbeidsmarkt, waardoor hij een half jaar aan inkomsten uit arbeid mist.
De student legt aan zijn vordering ten grondslag dat de HvA onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld. De afwijzing en het negatief studieadvies berustten namelijk op onjuiste gronden. De student voldeed aan alle vereisten voor het voortzetten van zijn studie. Bovendien heeft de HvA haar fout erkend. Door toedoen van de HvA is de herinschrijving van de student te laat bewerkstelligd en is de voortzetting van de opleiding een half jaar vertraagd.
Dat de student nu een half jaar later zijn studie af kan ronden, leidt ertoe dat tevens de toetreding als afgestudeerde tot de arbeidsmarkt pas een half jaar later plaats kan vinden. De student mist aldus een half jaar aan inkomsten uit arbeid. De student heeft het bedrag aan gederfde loon begroot op een bedrag van 9.787,50 euro en vorderde vergoeding van dit bedrag als schadevergoeding.
De kantonrechter neemt in overweging dat een afwijzing slechts kan worden gegeven indien de studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die het bestuur daaromtrent heeft vastgesteld. Nu de student hieraan wel voldeed, is hij ten onrechte afgewezen.
De rechter oordeelt dat de misstap aan HvA valt te verwijten. Geconcludeerd kan worden dat HvA onrechtmatig jegens de student heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de daardoor veroorzaakte schade. Nu de HvA het door de student gevorderde bedrag niet betwist, ligt dat bedrag voor toewijzing gereed.
HvA had voor de volledigheid en voor het geval het onrechtmatig handelen zou worden vastgesteld, het gevorderde bedrag moeten betwisten. Het had op de weg van de advocaat of jurist van HVA gelegen om niet alleen verweer te voeren tegen de grondslag van de vordering, maar ook tegen de hoogte van het gevorderde bedrag.
Tevens vorderde de student een vergoeding voor zijn buitengerechtelijke incassokosten omdat HvA niet vrijwillig tot betaling is overgegaan. HvA diende dan ook aanvullend een bedrag van € 1.062, 39 aan buitengerechtelijke (incasso)kosten aan de student te vergoeden. Opgeteld werd HvA veroordeeld tot betaling van beide bedragen van in totaal € 10.849,89.
Heeft u vragen over voorgaand artikel? U kunt altijd vrijblijvend contact opnemen met een advocaat van Lamers Tielemans Advocaten voor meer informatie, zodat u weet waar u aan toe bent. Email naar info@lamerstielemans.nl of bel 040-2180515.