Nederland telt honderden callcenters en daarmee tienduizenden callcentermedewerkers. Onlangs heeft de rechtbank Den Haag een interessante uitspraak gedaan voor deze medewerkers.
Callcentermedewerkers dienen vaak op een exact tijdstip, bijvoorbeeld 9.00 uur, klaar te zitten voor het aannemen van het eerste gesprek van de dag. Om dit te kunnen doen, moet de callcenter medewerker zich voorbereiden: een computer moet worden opgestart, verschillende applicaties moeten worden opgestart en er dient op meerdere systemen te worden ingelogd. Een medewerker wordt daardoor verplicht enige tijd voor dat het eerste gesprek kan binnenkomen aanwezig te zijn om deze voorbereidende werkzaamheden uit te voeren dan wel thuis deze werkzaamheden te verrichten. Soms wordt dit zelfs schriftelijk van de medewerkers verlangd. Deze opstarttijd wordt door veel werkgevers niet uitbetaald.
De rechtbank Den Haag oordeelde in april echter dat deze opstarttijd is aan te merken als arbeidstijd. De voorbereidende werkzaamheden betreffen immers werkzaamheden die nodig zijn om de telefoonwerkzaamheden uit te voeren en vallen daarmee onder de instructie van de werkgever. De werkgever dient over deze opstarttijd dan ook loon en vakantiegeld uit te betalen.
De uitspraak is niet enkel relevant voor callcentersmedewerkers maar ook voor veel werknemers in anders sectoren die verplicht worden eerder aanwezig te zijn, zoals bijvoorbeeld winkelmedewerkers en orderpickers. Eerder oordeelde de rechtbank Limburg al dat de verplichting voor een orderpicker om 10 minuten voor aanvang van zijn werkzaamheden aanwezig te zijn om in te loggen, met zich meebrengt dat deze opstarttijd wordt aangemerkt als arbeidstijd waarover de werkgever loon en vakantiegeld dient uit te betalen. Het oordeel van de rechter zal niet anders zijn voor een winkelmedewerker die voor openingstijd geacht wordt aanwezig te zijn om de winkel op te starten.
Niet enkel voor voorbereidingstijd maar ook voor afsluitende werkzaamheden, zoals bijvoorbeeld het afsluiten van een winkel of het aannemen van telefoontjes die nog na sluitingstijd in de wacht staan, heeft te gelden dat deze werkzaamheden onder instructie van de werkgever plaatsvinden en daarmee zijn aan te merken als arbeidstijd waarover de werkgever loon en vakantiegeld dient uit te betalen. Zo oordeelde eerder ook de rechtbank Noord-Holland.
Hoewel de voorbereidende dan wel afsluitende werkzaamheden gemiddeld slechts 10 minuten in beslag nemen, kunnen deze werkzaamheden over een langere periode tot een behoorlijke loonvordering leiden. Het achterstallig loon en vakantiegeld kan door de werknemer tot een periode van 5 jaar met terugwerkende kracht worden gevorderd van de werkgever, waarbij in beginsel ook aanspraak kan worden gemaakt op wettelijke verhoging omdat het loon te laat is uitbetaald, waardoor het achterstallig loon met nog eens 50% zal worden verhoogd. Zeker een werknemer waarvan het dienstverband is/wordt beëindigd, heeft niets te verliezen om een dergelijke vordering bij de werkgever neer te leggen.
Wil u als werknemer aanspraak maken op een vergoeding van uw (voormalig) werkgever of twijfelt u als werkgever of er sprake is van voorbereidingstijd of afsluitende werkzaamheden die onder arbeidstijd vallen? Neem contact op met Lamers Tielemans Advocaten voor advies via 040 – 218 0515 of info@lamerstielemans.nl.