Indien ernstige problemen voorkomen binnen een gezin en een kind hierdoor niet veilig meer kan opgroeien, dan kan de kinderrechter ervoor kiezen een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. De kinderrechter kan er hierbij voor kiezen om een ondertoezichtstelling op te leggen met of zonder dat het kind uit huis geplaatst wordt of de rechter kan kiezen voor een gezagsbeëindigende maatregel. In dit artikel wordt de ondertoezichtstelling zonder uithuisplaatsing besproken.
Wanneer kan een kind onder toezicht gesteld worden? Dat wordt nader toegelicht aan de hand van een recente uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch. In dit arrest gaat het om een vader en moeder (verwikkeld in een echtscheiding) met twee kinderen. De rechtbank heeft de twee kinderen onder toezicht gesteld. Vader is het eens met de opgelegde maatregel. Moeder echter is het oneens en gaat in hoger beroep tegen deze beslissing. Zij stelt dat niet is gebleken dat er sprake is van een stagnatie in de ontwikkeling van de kinderen en dat de rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd dat aan de vereisten van een ondertoezichtstelling is voldaan.
Het Hof oordeelt als volgt. Op grond van artikel 1:255 lid 1 BW kan een minderjarige onder toezicht gesteld worden wanneer de minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd. Daarnaast moet de aangeboden zorg aan de ouders onvoldoende worden geaccepteerd en wordt verwacht dat de ouders op een aanvaardbare termijn de verantwoordelijkheid voor de zorg en opvoeding kunnen dragen. Het Hof oordeelt tevens dat de maatregel van ondertoezichtstelling een inmenging in het gezinsleven van ouder(s) en kind betekent. De maatregel moet dan ook berusten op een in de wet aangegeven grond en de bescherming van het belang van het kind moet altijd centraal staan.
Slechts de enkele mogelijkheid van een bedreiging voor de ontwikkeling van het kind is niet voldoende voor de toepassing van de ondertoezichtstelling. Om die reden moet de rechter niet alleen vermelden dat er sprake is van beide gronden, maar ook gemotiveerd onderbouwen waarom daarvan sprake is. In tegenstelling tot de vrouw oordeelt het hof dat de rechtbank haar overweging voldoende heeft onderbouwd. Eerdere middelen om de bedreiging af te wenden hebben gefaald, moeder accepteert immers de aangeboden hulp onvoldoende, reageert hysterisch op contact tussen vader en de kinderen en zij probeert de kinderen tegen hun vader op te zetten. De houding van de moeder zorgt voor een reële bedreiging voor een evenwichtige ontwikkeling van de kinderen en een ondertoezichtstelling wordt door het hof noodzakelijk geacht. Daarmee bekrachtigt het hof de beschikking van de rechtbank.
Mocht u geconfronteerd worden met een situatie waarin voormelde dreigt, dan is het van belang om u tijdig tot een gespecialiseerd advocaat te wenden. Dit om te zorgen dat de belangen van u en uw kind(eren) op een correcte wijze worden behartigd. Wij staan u hierin graag bij!
Heeft u vragen over voorgaand artikel of anderszins? Neemt u dan vrijblijvend contact op met Lamers Tielemans Advocaten voor meer informatie. Wij ondersteunen u graag. Stuur hiervoor een e-mail naar rob@lamerstielemans.nl of bel met 0499-748 000