Een man en vrouw hebben na hun scheiding het gezamenlijk gezag over hun minderjarige kind behouden. De vrouw heeft verzocht tot beëindiging van dit gezamenlijk gezag, maar dit werd door de Rechtbank Limburg niet toegewezen. De vrouw is hiertegen in beroep gegaan bij het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch die de beschikking van de rechtbank heeft vernietigd en het verzoek van de vrouw heeft toegewezen. Wat gaf voor het Gerechtshof de doorslag om het verzoek wel toe te wijzen zodat de vrouw het eenhoofdig gezag over haar kind kreeg? Het is immers uitzonderlijk dat een dergelijk verzoek gegrond wordt verklaard, omdat er aan strenge vereisten moet zijn voldaan. Het Gerechtshof heeft artikel 1:253n jo. artikel 1:251a lid 1 BW toegepast om te bepalen of het gezamenlijk gezag van de ouders kon worden beëindigd en de moeder het eenhoofdig gezag kon krijgen. Artikel 1:253n BW geeft aan dat voor het beëindigen van het gezamenlijk gezag, vereist is dat er gewijzigde omstandigheden zijn of dat er van onjuiste of onvolledige gegevens werd uitgegaan bij het nemen van de beslissing. Volgens het Gerechtshof is daarvan sprake, nu de vader sinds kort vastzit in Denemarken, het nog niet duidelijk is wanneer hij vrijkomt en of hij na zijn vrijlating naar Nederland komt.
Vervolgens is het op grond van artikel 1:251a lid 1 BW van belang dat voor het omzetten van gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag, voldaan is aan zowel het klemcriterium als het noodzakelijkheidscriterium. Het klemcriterium houdt in dat het kind klem komt te zitten tussen de ouders zolang het gezag niet wordt gewijzigd en dat daarin niet binnen afzienbare tijd verandering in komt. Het noodzakelijkheidscriterium houdt in dat het anderszins noodzakelijk is in het belang van het kind dat het gezag wordt gewijzigd. Het is niet de eerste keer dat de vader in de gevangenis zit. Hij is al eerder een aantal keer opgepakt voor druggerelateerde zaken. De vader vormt dus geen stabiele factor in het leven van het kind. Daarnaast kan de moeder erg moeilijk contact krijgen met de vader nu deze gedetineerd is. Hierdoor is het voor de moeder lastig om zaken rondom het kind te regelen, omdat er steeds toestemming van de vader nodig is. Dit is voor de moeder een hindernis, aangezien zij ook kort bij de grens van zowel België als Duitsland woont. BIj het doen van bijvoorbeeld boodschappen in België of Duitsland begaat zij altijd een overtreding door het kind mee te nemen naar het buitenland zonder toestemming van de vader. Het omzetten naar eenhoofdig gezag maakt het voor de moeder makkelijker om van alles te regelen, wat de situatie van het kind ten goede komt. Uit het bovenstaande constateert het gerechtshof dat aan zowel het klemcriterium als aan het noodzakelijkheidscriterium is voldaan.
Naast het feit dat aan deze criteria is voldaan, zijn er ook een nog een aantal andere feiten die voor het gerechtshof de doorslag geven om het gezamenlijk gezag van de ouders te beëindigen en de moeder te belasten met het eenhoofdig gezag. De moeder en vader hebben namelijk in het ouderschapsplan vastgelegd dat de moeder het eenhoofdig gezag mag krijgen en dat de vader tijdens de zitting bij de Rechtbank heeft verklaard dat hij akkoord is met het verzoek van de moeder. De moeder heeft ook op de zitting bij het gerechtshof aangegeven dat zij nooit het contact tussen de vader en het kind in de weg heeft gestaan en dit in de toekomst ook niet zal gaan doen.
Heeft u vragen over het wijzigen van ouderlijk gezag of heeft u andere vragen? Neemt u dan vrijblijvend contact op met Lamers Tielemans Advocaten in Eindhoven voor meer informatie. Wij helpen u graag.