Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 8 maart jl. een interessante uitspraak gedaan over partneralimentatie, terzake lotsverbondenheid.[1] Partijen zijn, na een huwelijk van 6 jaar, in 2012 gescheiden. Deze procedure heeft betrekking op de bijdrage van de man in de kosten van levensonderhoud van de vrouw. De rechtbank heeft het bedrag in eerste aanleg vastgesteld op € 758,-bruto per maand. De vrouw verzoekt het gerechtshof dit bedrag te verhogen naar € 2.000,- bruto per maand.
Echtgenoten zijn door het sluiten van een huwelijk onderhoudsplichtig jegens elkaar. De grondslag van de verplichting om ook na het huwelijk of geregistreerd partnerschap partneralimentatie te betalen is gelegen in de levensgemeenschap welke door het huwelijk is ontstaan, de lotsverbondenheid. Dit is gebaseerd op art. 1:81 BW waarin is bepaald dat echtgenoten verplicht zijn elkaar het nodige te verschaffen. Op grond van art. 1:157 lid 1 BW kan de echtgenoot die niet voldoende inkomsten tot zijn/haar levensonderhoud heeft, of niet in redelijkheid kan verwerven, op diens verzoek door de rechter ten laste van de andere echtgenoot een verplichting tot betaling van partneralimentatie laten opleggen. De rechter kijkt naar de behoefte en draagkracht van partijen. Naast deze financiële factoren kunnen ook niet financiële factoren, zoals wangedrag of grievend gedrag, een rol spelen bij het opleggen van een verplichting tot betaling van partneralimentatie. In uitzonderlijke gevallen kan zulk gedrag van een der partijen ten opzichte van de ander tot de conclusie leiden dat aan iedere lotsverbondenheid tussen de gewezen echtgenoten een einde komt. In dit geval kan geoordeeld worden dat betaling van partneralimentatie niet gevergd kan worden of aanleiding geven tot het matigen van de onderhoudsverplichting. De enkele constatering van grievend of wangedrag leidt er niet zonder meer toe dat lotsverbondenheid niet langer aanwezig is. Gezien het onherroepelijke karakter van de beëindiging of matiging van de onderhoudsverplichting en de emoties die met een echtscheiding gepaard gaan dient bij de beoordeling van het concrete geval, terughoudendheid te worden betracht.
In casu stelt de man zich op het standpunt dat er geen sprake meer is van lotsverbondenheid omdat de vrouw hem afgelopen jaren valselijk beschuldigd heeft van seksueel misbruik van hun kind. De vrouw stelt dat er wel sprake is van lotsverbondenheid en dat ze in het belang van hun kind heeft gehandeld. Het hof ziet geen aanleiding om aan te nemen dat er tussen partijen geen sprake meer is van lotsverbondenheid. Het is in de procedure onduidelijk gebleven of de door man gestelde beschuldigingen door de vrouw al dan niet juist zijn. De man heeft evenmin voldoende feiten en omstandigheden aangedragen, waaruit blijkt dat de vrouw de man bewust in diskrediet wilde brengen. Het hof oordeelt dat niet is komen vast te staan dat er sprake is van zodanige gedragingen van de vrouw dat van de man niet kan worden gevergd dat hij bijdraagt in de kosten van haar levensonderhoud.
De man stelt dat partijen toen zij uit elkaar gingen, in onderling overleg overeengekomen waren dat de man geen partneralimentatie zou betalen aan de vrouw. De vrouw betwist deze stelling. Uit het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg blijkt dat namens de vrouw is verklaard dat zij ten tijde van de scheiding geen partneralimentatie wilde ontvangen omdat zij op financieel op eigen benen wilde staan. Het hof is van oordeel dat er sprake is van een mondelinge overeenkomst tussen partijen, inhoudende dat de man geen partneralimentatie zou betalen aan de vrouw. Het verzoek tot verhoging van de door de rechtbank vastgestelde partneralimentatie wordt door het hof, op grond van de mondelinge overeenkomst, afgewezen. De vrouw is niet gehouden tot terugbetaling van de door haar tot op heden ontvangen partneralimentatie.
Heeft u vragen over echtscheiding, partneralimentatie of beëindiging van een relatie? U kunt altijd vrijblijvend contact opnemen met een advocaat van Lamers Tielemans Advocaten voor meer informatie, zodat u weet waar u aan toe bent. E-mail hiervoor naar rob@lamerstielemans.nl of bel met 0499-478000.
[1] ECLI:NL:GHARL:2016:1893