In het huurrecht kent men het begrip “huurbescherming”. Huurbescherming betekent dat huurders worden beschermd tegen het opzeggen van de huurovereenkomst door de verhuurder. Zo kan een verhuurder de huurovereenkomst alleen opzeggen als er sprake is van een in de wet genoemde beëindigingsgrond of wanneer de huurder met de opzegging van de huur instemt. Echter, voor kamerverhuur, ook wel hospita-verhuur genoemd, geldt een speciale regeling voor de opzegging van de huurovereenkomst. Van kamerverhuur is sprake indien het gehuurde een onzelfstandige woonruimte betreft in welke woonruimte de verhuurder ook zijn of haar hoofdverblijfplaats heeft.
Opzegging tijdens de proefperiode
Op kamerverhuur is een proefperiode van negen maanden na ingang van de huurovereenkomst van toepassing en gedurende deze proefperiode zijn de bepalingen ter bescherming van de huurder niet, althans gedeeltelijk, van toepassing. Concreet betekent dit dat de verhuurder de huurovereenkomst tijdens de proefperiode zonder reden kan opzeggen en daarbij niet is gebonden aan de (dwingendrechtelijke) opzeggingsgronden die staan vermeld in de wet. Wel moet de verhuurder bij een opzegging tijdens de proefperiode rekening houden met de opzegtermijn.
Opzegging na afloop van de proefperiode
Na afloop van bovengenoemde proefperiode zijn de dwingendrechtelijke bepalingen (waaronder dus ook de huurbescherming) wel van toepassing. Wordt de huurovereenkomst aldus niet binnen de proefperiode beëindigd, heeft dit tot gevolg dat een verhuurder veel minder mogelijkheden heeft om de huurovereenkomst te beëindigen. De verhuurder beschikt dan niet langer over de bevoegdheid en vrijheid om de huurovereenkomst om welke reden dan ook zomaar te beëindigen.
Tenzij de huurder instemt met een beëindiging van de huurovereenkomst (wederzijds goedvinden) is de verhuurder na het verstrijken van de proefperiode gebonden aan de opzeggronden zoals opgenomen in de wet. Echter, geldt er ten aanzien van kamerverhuur wel een “extra mogelijkheid” voor de verhuurder om de huurovereenkomst op te zeggen. In de wet is immers een bepaling opgenomen inhoudende dat de huurovereenkomst kan worden beëindigd wanneer de verhuurder aannemelijk kan maken dat zijn belangen om de huurovereenkomst te beëindigen zwaarder wegen dan de belangen van de huurder bij voorzetting daarvan. Let wel, wil een verhuurder van deze opzeggingsgrond gebruik maken en de huurder stemt hier niet vrijwillig mee in, dient de verhuurder de huurder in rechte te betrekken en een beëindigingsprocedure aanhangig te maken.
Heeft u vragen over bovenstaande of wenst u als verhuurder of huurder juridische bijstand ten aanzien van hospita-verhuur, neem dan vrijblijvend contact op met mw. mr. Judith van Berlo via het e-mailadres: judith@lamerstielemans.nl of via het telefoonnummer 040-2180515.