Inleiding
De Belastingdienst heeft het recht om belastingschulden zonder tussenkomst van de rechter direct te innen door beslaglegging op o.a. uw bankrekening, loon, huurinkomsten en vastgoed. Gelet op deze vergaande bevoegdheid heeft de wetgever in artikel 17 lid 2 van de Invorderingswet 1990 vroeger bepaald dat men zich kon verzetten tegen de invordering. Dat verzet wordt ook wel ‘fiscaal verzet’ genoemd en had schorsende werking. De invordering (‘executie van het dwangbevel’) moest worden opgeschort tot de rechter uitspraak deed over het verzet.
Wijzing van de wet
In 2018 geldt de bovenstaande schorsende werking niet meer. De achtergrond van deze wijziging is dat te weinig verzetsprocedures gegrond werden bevonden door de rechter gepaard met de toename in het aantal verzetsprocedures. De Belastingdienst stelde gehinderd te worden bij de invordering van belastingen. De wetgever heeft om die reden de schorsende werking van het fiscaal verzet ontnomen.
Wat nu?
Dat wat verschuldigd is, moet betaald worden. De vraag is hoeveel verschuldigd is en op welke wijze betaald kan worden. Soms ontbreekt het een belastingplichtige aan liquiditeit of ligt een andere reden tegen grondslag aan de onmogelijkheid om op dat specifieke moment te betalen. Een betalingsregeling is een oplossing voor dat probleem. Het is sinds de wetswijziging belangrijk(er) om tijdig een betalingsregeling aan te vragen (uitstel te verzoeken).
Oplossing
Verzoek om uitstel van betaling c.q. een betalingsregeling is op dit moment de eerste stap die gezet moet worden bij dreigende dwanginvordering door de Belastingdienst.
De Belastingdienst heeft voor het uitstelverzoek twee formulieren beschikbaar gesteld:
voor ondernemers met zakelijke belastingschulden zoals bijvoorbeeld omzetbelasting en voor particulieren die bijvoorbeeld inkomstenbelasting moeten betalen. In sommige gevallen moeten beide formulieren worden ingediend.
De Belastingdienst handelt gedurende de behandeling van een verzoek om uitstel als ware het verzoek is toegewezen. De (dwang)invordering wordt daardoor voorlopig geschorst.
Mocht het uitstelverzoek worden afgewezen, let er dan op dat binnen 10 dagen bezwaar gemaakt kan worden. Deze bezwaartermijn is korter dan de gebruikelijke bezwaartermijn van 6 weken.
Handreiking
Geconfronteerd met de al dan niet gedwongen invordering van belastingen en heffingen door de Belastingdienst? Bent u een ondernemer en wilt u vakkundige ondersteuning bij het vragen van uitstel of heeft u vragen over de (dwang)invordering door de fiscus? Neem dan vrijblijvend contact op met mr. Sepehr Yadegari van Lamers Tielemans Advocaten. U kunt ook telefonisch contact opnemen. Het telefoonnummer is: 040 – 2180 515.