Het gerechtshof Amsterdam heeft op 14 januari 2025 uitspraak gedaan betreffende een casus over het bekrachtigen van een gezag beëindiging. In deze casus gaat het over het ouderlijk gezag van de vader over een minderjarig kind. De rechtbank heeft in een eerdere behandeling bepaald dat het gezag van de ouders over de minderjarige werd beëindigd. De voogdij is volledig aan Samen Veilig overgedragen. De vader was het echter niet eens met deze uitspraak en heeft daarom hoger beroep ingesteld, ECLI:NL:GHAMS:2025:89.
De minderjarige is in 2012 geboren. Tot de bestreden beschikking oefenden de ouders gezamenlijk het gezag uit over de minderjarige. Sinds eind 2017 woont de minderjarige niet meer bij zijn ouders. In 2018 is de minderjarige onder toezicht gesteld van Samen Veilig, ook is er toen een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. Deze maatregelen zijn telkens verlengd tot 27 juni 2024. De minderjarige heeft op verschillende plekken gewoond en woont sinds 23 december 2022 in een gezinshuis.
De vader heeft verzocht om de bestreden beschikking te vernietigen en zijn gezag in stand te laten. Stichting Samen Veilig en de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken dat de beschikking bekrachtigd wordt.
Volgens de wet kan de rechtbank het gezag van een ouder over een minderjarige beëindigen. Dat kan indien de minderjarige zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder niet in staat is de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding te dragen.
De vader stelt dat de rechtbank ten onrechte zijn gezag over de minderjarige heeft beëindigd. In de huidige situatie is er voor de minderjarige al een geruime tijd voldoende duidelijkheid en rust. Hij woont in het gezinshuis en de vader geeft hiervoor de toestemming. Verder heeft de vader geen externe sturing nodig om zich aan gemaakte afspraken te houden, zoals Samen veilig ook stelt, maar dient hij slechts begeleid wordt met de praktische zaken. De vader geeft aan een incident gehad te hebben in 2023, maar dat hij hier veel van geleerd heeft. Hierdoor ziet hij hiertoe geen noodzaak meer ten aanzien van externe sturing.
De raad en Samen Veilig kunnen zich vinden in de bestreden beschikking en vinden dat het gezag op de juiste gronden is beëindigd. Ze zijn het er samen mee eens dat er geen perspectiefonderzoek meer nodig is. Door tijdsverloop is de situatie veranderd en gebleken dat de beslissing van de rechtbank de nodige rust en duidelijkheid heeft gebracht.
Het hof is van oordeel dat een gezag beëindiging in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. De minderjarige heeft een belast verleden en is daardoor ernstig beschadigd. Er zijn hierdoor veel zorgen over zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. Bij de gezinshuisouders staat de behandeling van de minderjarige voorop. Het is erg van belang dat de minderjarige de rust en ruimte krijgt om zijn trauma’s te verwerken. Hiervoor is nodig dat hij duidelijkheid krijgt dat hij verder zal opgroeien bij de gezinshuisouders. Het in stand laten van het gezag van de vader vormt een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige, omdat daardoor onrust en onduidelijkheid voor de minderjarige ontstaat. Hoewel de vader zich de afgelopen periode positief heeft ontwikkeld en zich meewerkend heeft opgesteld, heeft hij onvoldoende structurele verbetering laten zien en zijn de doelen van de maatregelen niet behaald, ondanks dat dit jarenlang is geprobeerd.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van het hof gebleken dat de vader niet in staat is om binnen een voor de minderjarige aanvaardbaar te achten termijn de verantwoordelijkheid voor zijn verzorging en opvoeding te dragen. Het hof zal de bestreden beschikking dan ook bekrachtigen en het verzoek van de vader afwijzen.
Heeft u vragen over voorgaand artikel of herkent u deze situatie en heeft u daarbij hulp nodig? Neemt u dan vrijblijvend contact op met Lamers Tielemans Advocaten in Eindhoven voor meer informatie. Wij ondersteunen u graag. Stuur hiervoor een e-mail naar info@lamerstielemans.nl of bel met 040-2180515. Wij helpen u graag.