De feiten
Op 3 februari 2022 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een uitspraak gewezen over de beëindiging van het ouderlijk gezag van één van de ouders.
De vader en de moeder hebben vanaf medio 2010 tot februari 2012 een relatie met elkaar gehad. Zij zijn de ouders van een minderjarige geboren in 2011. De minderjarige heeft het hoofdverblijf bij de moeder. Op 28 maart 2011 is in het gezagsregister aangetekend dat de ouders gezamenlijk zijn belast met het ouderlijk gezag over de minderjarige.
De ouders hebben in maart 2013 een ouderschapsplan opgesteld. In dit ouderschapsplan zijn zij een omgangsregeling overeengekomen, waarin is bepaald dat de minderjarige in de oneven weken van zaterdag tot maandag bij vader verblijft en in de even weken op donderdag bij de vader verblijft. Het ouderschapsplan is gehecht aan de beschikking van de rechtbank Overijssel van 22 mei 2013. In deze beschikking heeft de rechtbank verder het verzoek van de moeder om eenhoofdig gezag afgewezen.
Omvang van het geschil
De moeder heeft de rechtbank in augustus 2019 nogmaals verzocht om het eenhoofdig gezag over de minderjarige en te bepalen dat er geen omgang meer zal plaatsvinden tussen de vader en de minderjarige.
Bij beschikking van 4 november 2019 heeft de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming verzocht een onderzoek in te stellen en de rechtbank te adviseren over wat de beste situatie is voor de minderjarige met betrekking tot de omgang. Het advies luidde om de huidige situatie nog zes maanden aan te houden. Dit betekent dus dat de huidig overeengekomen omgangsregeling aangehouden diende te worden.
De rechtbank heeft na verder onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming de eerdere beschikking van 22 mei 2013 en het daarvan deel uitmakende ouderschapsplan gewijzigd en bepaald dat er tussen de vader en de minderjarige geen omgangsregeling meer zal gelden en daarnaast de moeder alleen belast met het ouderlijk gezag.
De vader is in hoger beroep gekomen en verzoekt het gerechtshof om de beschikkingen van de rechtbank van 4 november 2019 en 20 april 2021 te vernietigen en de verzoeken van de moeder alsnog af te wijzen.
De moeder voert verweer en verzoekt het gerechtshof het verzoek van de vader af te wijzen.
De beslissing
Het gerechtshof is net als de rechtbank en de Raad voor de Kinderbescherming van oordeel dat beëindiging van het gezag van de vader in het belang van de minderjarige noodzakelijk is. Het gerechtshof overweegt daarnaast nog het volgende. Voor de uitoefening van het gezamenlijk gezag is het nodig dat de ouders van de minderjarige in staat zijn tot overleg over belangrijke beslissingen die over de minderjarige dienen te worden genomen. Daarvan was in dit geval geen sprake. De communicatie tussen de ouders verloopt al langere tijd slecht waarbij de vader de moeder meermaals op een onwenselijke manier heeft benaderd via WhatsApp.
De moeder heeft daarnaast tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat de minderjarige heeft gezegd dat zij weg zal lopen als er toch omgang zou worden vastgesteld met haar vader.
Het gedrag van de vader heeft gezorgd voor een groot gebrek aan vertrouwen bij de moeder en de minderjarige. De vader stelt dat het inmiddels beter met hem gaat. De vader heeft echter geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij zijn verslavingsproblematiek inmiddels voldoende onder controle heeft.
Het gerechtshof is net als de Raad voor de Kinderbescherming van oordeel dat het aan de vader is om aan de moeder en aan de minderjarige te laten zien dat het daadwerkelijk beter met hem gaat. Op dit moment ontbreekt dat vertrouwen echter, waardoor er geen omgang tussen de vader en de minderjarige kan zijn. Omgang is op dit moment in strijd met zwaarwegende belangen van de minderjarige. Het gerechtshof verklaart de vader niet-ontvankelijk in zijn verzoek in hoger beroep.
Onder bepaalde omstandigheden kan de rechter het gezamenlijk gezag van de ouders over een minderjarige beëindigen. Heeft u vragen over het wijzigen van het ouderlijk gezag of heeft u andere vragen? Dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met Lamers Tielemans Advocaten te Eindhoven. Stuur een e-mail naar rob@lamerstielemans.nl of bel naar 040 218 05 15.